De nieuwe aandeelhouder zou het bedrijf overnemen – maar hield het na anderhalf jaar voor gezien

De zaak

Een ondernemer is al decennia de enige aandeelhouder en bestuurder van zijn bedrijf en vindt het welletjes. Hij wil een stapje terug doen en vindt een partner die zich voor ruim een derde inkoopt en de rol van bestuurder op zich neemt. Op 11 maart 2022 tekenen ze een aandeelhouders- en een managementovereenkomst. In de aandeelhoudersovereenkomst is opgenomen wat er gebeurt op het moment dat de nieuwe bestuurder vertrekt. Dat komt erop neer dat hij zijn aandelen dan weer moet aanbieden aan de oorspronkelijke aandeelhouder. Hoeveel hij daarvoor krijgt, hangt ervan af of hij als good leaver of als early/bad leaver (binnen vijf jaar) vertrekt. Daar zijn ze op dat moment geen van beiden mee bezig, want de intentie is dat de nieuwe bestuurder op den duur juist alle aandelen in handen krijgt.

Het gaat een tijdje goed, maar begin 2023 begint het te schuren. Uit e-mails blijkt dat de nieuwe bestuurder zich onder druk gezet voelt door de oorspronkelijke baas. Hij schrijft in februari: „Je bent zoals ik het zie op zoek naar een kloon van jezelf […]. Dat ben ik niet […] en dat heb ik vanaf dag één ook aangegeven. Dat ik dingen anders doe zal je dan ook moeten accepteren.” 

De eerste eigenaar toont begin juli begrip, maar wil ook duidelijkheid: „Wij schelen 25 jaar in leeftijd en ik heb moeten accepteren dat jij op een andere manier de zaak ‘runt’ dan ik de afgelopen 40 jaar gedaan heb. Op jouw verzoek heb ik meer afstand genomen […]. In de keren dat ik nog kom zijn de gesprekken in een ontspannen sfeer […]. Ondanks de sympathie en open vertrouwelijke relatie wil ik gaarne conform de overeenkomsten […] op de hoogte gehouden worden van alle relevante informatie.”

Een paar dagen later zegt de nieuwe bestuurder erover te denken te stoppen. Ze praten nog een paar keer met elkaar en dan volgt eind juli het besluit. De nieuwe bestuurder stopt inderdaad met zijn werkzaamheden en houdt daarbij een opzegtermijn van twee maanden aan. Op aandringen van de oorspronkelijke eigenaar wordt het officieel gemaakt met een ontslagname per aangetekende brief.

Begin september zet deze eigenaar de afspraken nog even op een rijtje. Een belangrijk punt is dat de terugtredende bestuurder nu zijn aandelen moet aanbieden. En omdat hij ruim binnen de vijf jaar vertrekt, gelden de voorwaarden van een early/bad leaver. Hij krijgt er 50 procent van de waarde voor.

Als ze elkaar een paar dagen later weer spreken, vertrekt de jongere man na vijf minuten – „stijf van de stress”. Hij mailt diezelfde dag dat hij al naar de dokter is geweest, overspannen is en last heeft van een hoge bloeddruk. Hij kan nu ook niet goed beslissingen nemen. Hij heeft weliswaar aangegeven te willen stoppen, maar officieel heeft hij de aandeelhoudersovereenkomst en de managementovereenkomst niet opgezegd. Hij wil informatie inwinnen bij een advocaat. Het wordt een juridische strijd die bij de kortgedingrechter in Haarlem belandt.

De uitspraak: Opgezegd als early/bad leaver

De oude eigenaar wil dat de vertrekkende bestuurder onmiddellijk zijn aandelen aanbiedt. Die zegt op zijn beurt dat de overeenkomst niet rechtsgeldig is opgezegd en daar voert hij onder andere zijn ziek zijn voor aan.

Voor de rechter is duidelijk dat er is opgezegd: dit is telefonisch gebeurd, per e-mail en vervolgens nog een keer per aangetekende brief. In de overeenkomst is opgenomen dat sprake is van een early/bad leaver als binnen vijf jaar is opgezegd om een andere reden dan overlijden, arbeidsongeschiktheid of langdurige ziekte. Ook hier is weinig twijfel mogelijk, oordeelt de rechter. De bestuurder stapt binnen anderhalf jaar op en gaat pas naar een dokter een paar dagen nadat de oorspronkelijke eigenaar heeft aangegeven dat hij hem de aandelen moest laten terugkopen. Ziekte was hier dus niet de reden om te vertrekken. De jongere bestuurder moet zijn aandelen onmiddellijk voor 50 procent van de waarde aan de oorspronkelijke eigenaar aanbieden.

Het commentaar

Arnold Keizer van advocatenkantoor Allen & Overy: „Dit soort leaver-bepalingen komen vaak voor als investeerders een bedrijf overnemen. Hier lijkt het op een pensioensituatie. De een doet een stapje terug en de ander koopt zich in, met de intentie de zaak helemaal over te nemen. Nu het in dit geval anders loopt, komt de tweede partij er bekaaid van af. Maar je ziet het ook in deze uitspraak: in beginsel is een contract een contract. Wil je daarvan afwijken, dan ligt de lat hoog.”

Het besluit te stoppen is weloverwogen genomen, en dat de vertrekker na zijn besluit veel last van stress kreeg, maakt niet dat er op het moment van opzeggen sprake was van een wilsgebrek – wat de man wel aandroeg, zegt Keizer.

„Bezint eer ge begint”, dat advies heeft Keizer voor de ondernemer. „Als je een samenwerking aangaat, bedenk ook wat redelijk is. Dat is iets wat rechters wel eens toetsen.” Onredelijke voorwaarden kunnen niet alleen gevolgen hebben voor de verhoudingen, maar ook voor de afdwingbaarheid. Zo stak afgelopen oktober de Amsterdamse kantonrechter een stokje voor een afspraak waarin de manager zijn aandelen voor de prijs van drie pakken melk moest terugverkopen.

„Wat nog interessant is: hier speelt het arbeidsrecht niet, omdat ze een managementovereenkomst hadden en geen arbeidsovereenkomst. In dat laatste geval heb je open normen, zoals goed werkgeverschap en een vergoedingensysteem. Dan zou je bijvoorbeeld verlies door aandelenverkoop kunnen compenseren, met een extra ontslagvergoeding. En dan geldt een vergewisplicht: wil iemand echt opstappen?”

Rechtbank Noord-Holland, 1 december, ECLI:NL:RBNHO:2023:12306



Leeslijst